Een
900 km stond op ons menu voor deze twee dagen: eerst een kort stukje,
tot Cody; en dan een hele dag rijden naar Denver, waar Eva het vliegtuig
neemt naar 'huis'. Zelf rijden we dan nog een paar dagen over land
naar Lafayette, waar ze woont.
De weg tussen Oost-Yellowstone en Cody is een scenic highway, met
rotsformaties die de Chinese Muur genoemd worden. Ergens op die baan
ligt ook de Buffalo Bill-dam.
Cody zelf leeft van de nostalgie van de vroegere trappers op zijn
Buffalo Bill's , en daar hebben we ons goed in ingeleefd. We zijn
begonnen met het plaatselijke Bokrijk: een kolonistendorpje uit het
vroegere Wilde Westen, met saloon en winkels en zelfs
een museumpje. Je kunt vele westerns gezien hebben, maar hier krijg je
een beeld van hoe hard en wreed het leven een goeie eeuw geleden moet
geweest zijn.
Het spektakel-luik van het cowboyleven kregen we dan in een country
en western-show met cowboyliedjes, en in een levensechte rodeo. Daar
demonstreerden de moderne cowboys en cowgirls tussen 12 (!) en 60 jaar
hun kunsten in het paardrijden, het stierrijden,
het 'calf roping' (een kafje of jonge stier wordt de arena ingejaagd,
en de cowboy te paard moet die met een lasso vangen). Entertainment op
z'n Amerikaans.
Daarmee eindigt ons reisavontuur, en vangt de terugreis aan.
Het eerste deel ging van Cody naar Denver, bijna helemaal op
landwegen. We hebben er specifiek voor gekozen om bijna niet langs de
snelwegen te rijden. En daar hebben we echt geen spijt van.
Onvoorstelbaar weidse, desolate landschappen, helemaal voor onszelf
alleen- om de 10 km een auto, en met tussendoor een verloren
nederzetting en af en toe een scenic drive.
Zo maakten we een omwegje langs de Centennial Byway tussen Saratoga en Laramie, met een bergpas van 10.847 foot. Prachtig landschap, met helemaal bovenaan, jawel, een eland.
Het wordt hier ook duidelijk hoe dramatisch droog en heet de zomer hier geweest is: geen enkel groen sprietje meer te vinden - alle hellingen goudgeel tot roest, in plaats van groen en met bloemen.
Zo maakten we een omwegje langs de Centennial Byway tussen Saratoga en Laramie, met een bergpas van 10.847 foot. Prachtig landschap, met helemaal bovenaan, jawel, een eland.
Het wordt hier ook duidelijk hoe dramatisch droog en heet de zomer hier geweest is: geen enkel groen sprietje meer te vinden - alle hellingen goudgeel tot roest, in plaats van groen en met bloemen.
Eigenlijk hadden we vanuit
Cody direct naar Chicago kunnen vliegen (dat zou ons 3 dagen vakantie
uitgespaard hebben), maar die rit door het immense landschap heeft ons
veel bijgeleerd over de onvoorstelbare oppervlakte
van Wyoming, en bij uitbreiding, van Amerika!
Donald hoopt nog altijd om de volgende dagen in een tornado te geraken, terwijl we van Colorado naar Indiana rijden :-(
--------
Rare jongens, die Amerikanen, zou Obelix zeggen, als hij ooit zo ver geraakt was.
Neem nu de airco, die de zomer in een tochtige winter verandert, en
de winter in een hete zomer. Zo moet Eva in december zomerkleren
aantrekken, omdat haar bureau zo heet gestookt wordt - en in de zomer
kan ze niet zonder pullover, omdat de airco alles
in een ijskelder verandert. Dat hadden we ook met de hotels: kamers om
te bevriezen... Dus: onmiddellijk airco afzetten, en maar hopen dat de
flinterdunne dekentjes je 's nachts warm houden.
De super- en hypermarkten zijn een ander fenomeen: reusachtige
keuze van allemaal dingen die veelal van additieven voorzien zijn om je
gezond te houden ( een collectie vitaminen...) of om het product er
aantrekkelijker te laten uitzien (kleurstoffen of
water in het vlees) of om een zoete smaak (corn syrup) toe te voegen.
Dus haalde Donald al zijn chemische know-how boven om te zorgen dat we
niet vergiftigd werden, of zoiets... En bij het betalen aan de kassa
hielp de bediende ons om alles in plastieken zakken
te stoppen, en ik bedoel daarmee zakKEN. Waar ik alles in 1
herbruikbare tas zou stoppen, hebben zij er wel 6 nodig...
Anderzijds heb ik bijzonder veel waardering voor de voorzieningen
waarmee ze de toerist - en zichzelf, uiteraard - behulpzaam zijn. De
wegen zijn bijzonder goed geconstrueerd. Overal staan er visitor
centers, vaak bemand door vrijwilligers, die advies
en documentatie geven. En overal vind je gratis 'restrooms' ( lees:
toiletten). Als ik bedenk hoeveel geld ik in Belgie aan wc-madammen
betaald had op een vergelijkbare reis met drie personen... Ik had er
wellicht een vliegtuigticket van kunnen betalen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten