zaterdag 18 augustus 2012

Lafayette, bij Eva


Aangezien we in Springfield vlakbij het capitool logeerden, zijn we toch even de toerist gaan uithangen. In een officieel gebouw binnengaan betekent dat je met bezittingen en al langs de scanner moet. Mooi gebouw, overigens, met een groot budget gebouwd! 
Daarna zijn we ook eens langs het oude historische centrum gelopen - gek genoeg was daar bijna geen levende ziel. Heel wat winkeltjes op de route waren gesloten of te huur: uiting van de crisis?

In Lafayette zelf, Eva's home-basis, zijn we ondertussen een beetje thuis. Dan doe je daar gewone dingen als uitgebreid de voorraad voor de week inslaan en zo.
Het oude centrum van Lafayette hadden we nog niet gezien; dat hebben we nu goedgemaakt met een bezoekje aan de plaatselijke farmers' market en een galerij. En aangezien Eva langs de Wabash River woont, hebben we daar ook een lange wandeling langs de rivier gemaakt tot aan de plek waar een paar auto's 'verzand' zijn. Geen idee hoe ze daar langs een wandelpaadje minstens een halve eeuw geleden  geraakt zijn. 

Blijft nog een dineetje samen met Leonard,haar prof, en Rita, zijn partner, een verdere verkenning van de campus en nog een park.

En dan is het weer uit met de pret. In Chicago gaan we nog een oude bekende van in de jaren '70 bezoeken,  dan het vliegtuig op, en met pijn in het hart de oude wereld weer induiken, gelukkig een paar herinneringen rijker.

donderdag 16 augustus 2012

De grote verkenning van het midden van de States

We hebben deze twee dagen gedaan wat geen enkele Amerikaan 'in his right mind' zou doen: namelijk met de auto van Colorado over Kansas, Missouri en Illinois naar Indiana rijden. Een rechtgeaarde inboorling neemt het vliegtuig. De afstand die we deze dagen doen is vergelijkbaar met op 3 dagen naar het zuiden van Spanje rijden.  En al die tijd heb ik zelfs geen enkele foto genomen - het was gewoon: verstand op nul en doorrijden. Niet dat het verkeer zo vermoeiend was: enkel in een paar grotere agglomeraties als Topeka, Kansas City en Springfield zouden we zonder gps in de moeilijkheden gekomen zijn. Voor de rest van de tijd bewogen we ons op grotere of kleinere viervaksbanen, waar er zogoed als geen verkeer was: we reden dus op cruise controle, en deden ondertussen ons best om niet in slaap te vallen.

Het landschap varieerde niet erg veel. 
Vanuit Denver, Colorado naar Topeka, Kansas zagen we grotendeels verdorde weiden en korenvelden, of zelfs woestijnachtig gebied. In Kansas werd het hier en daar wat heuvelachtig.
Tussen Kansas en Springfield, Illinois werd het langzaamaan groener, wat betekent dat de grootste droogte sinds 1955 hier net iets minder heeft huisgehouden. Maar ik denk dat een heel groot deel van de maïsoogst naar de knoppen is. 

We hebben ons maar een keer op de rit een klein verzetje gegund: in Kansas City zijn we in een grote outlet (een groot Maasmechelen Village) gaan rondkijken. Daar heeft Donald zijn laatste verovering gedaan: een gezaghebbend boek over (de voorspellingen over) 2012. Hij wordt dus de te raadplegen bron voor wie er niet gerust in is dat we 2012 zonder al te grote rampen overleven.

Zouden we zo'n onderneming nog eens herhalen? 
Waarschijnlijk niet, maar het was wel interessant om veel meer dan 1000 km te rijden door een landschap, waar langs alle kanten NIETS in de weg stond - en te zien hoe dit grote land eruitziet. Als je dan bedenkt dat dit heel grote land door één president geregeerd wordt, dan lijkt ons gebekvecht in België wel wat pietluttig. En terwijl we zo door die staten reden, waar de dorpjes op 20 tot 50 km of meer van elkaar liggen, zat ik mij af te vragen hoe men dit hier organiseerde om de kinderen uit die afgelegen gebieden onderwijs te geven, of om medische zorgen te geven. Hoe regelt men het hier om te bevallen als er op 100 km geen ziekenhuis of medisch centrum is? Hoe doe je het om gewoon aan de meest doordeweekse zaken te geraken: een paar nieuwe schoenen, bijvoorbeeld, of een kookpan, of kinderkleren...

dinsdag 14 augustus 2012

Van Yellowstone naar Denver

Een 900 km stond op ons menu voor deze twee dagen: eerst een kort stukje, tot Cody; en dan een hele dag rijden naar Denver, waar Eva het vliegtuig neemt naar 'huis'. Zelf  rijden we dan nog een paar dagen over land naar Lafayette, waar ze woont.

De weg tussen Oost-Yellowstone en Cody is een scenic highway, met rotsformaties die de Chinese Muur genoemd worden. Ergens op die baan ligt ook de Buffalo Bill-dam.

Cody zelf leeft van de nostalgie van de vroegere trappers op zijn Buffalo Bill's , en daar hebben we ons goed in ingeleefd. We zijn begonnen met het plaatselijke Bokrijk: een kolonistendorpje uit het vroegere Wilde Westen, met saloon en winkels en zelfs een museumpje. Je kunt vele westerns gezien hebben, maar hier krijg je een beeld van hoe hard en wreed het leven een goeie eeuw geleden moet geweest zijn.
Het spektakel-luik van het cowboyleven kregen we dan in een country en western-show met cowboyliedjes, en in een levensechte rodeo. Daar demonstreerden de moderne cowboys en cowgirls tussen 12 (!) en 60 jaar hun kunsten in het paardrijden, het stierrijden, het 'calf roping' (een kafje of jonge stier wordt de arena ingejaagd, en de cowboy te paard moet die met een lasso vangen). Entertainment op z'n Amerikaans.

Daarmee eindigt ons reisavontuur, en vangt de terugreis aan.

Het eerste deel ging van Cody naar Denver, bijna helemaal op landwegen. We hebben er specifiek voor gekozen om bijna niet langs de snelwegen te rijden. En daar hebben we echt geen spijt van. Onvoorstelbaar weidse, desolate landschappen, helemaal voor onszelf alleen- om de 10 km een auto, en met tussendoor een verloren nederzetting en af en toe een scenic drive.

Zo maakten we een omwegje langs de Centennial Byway tussen Saratoga en Laramie, met een bergpas van 10.847 foot. Prachtig landschap, met helemaal bovenaan, jawel, een eland.

 Het wordt hier ook duidelijk hoe dramatisch droog en heet de zomer hier geweest is: geen enkel groen sprietje meer te vinden - alle hellingen goudgeel tot roest, in plaats van groen en met bloemen.  

Eigenlijk hadden we vanuit Cody direct naar Chicago kunnen vliegen (dat zou ons 3 dagen vakantie uitgespaard hebben), maar die rit door het immense landschap heeft ons veel bijgeleerd over de onvoorstelbare oppervlakte van Wyoming, en bij uitbreiding, van Amerika!
Donald hoopt nog altijd om de volgende dagen in een tornado te geraken, terwijl we van Colorado naar Indiana rijden :-(
--------
Rare jongens, die Amerikanen, zou Obelix zeggen, als hij ooit zo ver geraakt was. 
Neem nu de airco, die de zomer in een tochtige winter verandert, en de winter in een hete zomer. Zo moet Eva in december zomerkleren aantrekken, omdat haar bureau zo heet gestookt wordt - en in de zomer kan ze niet zonder pullover, omdat de airco alles in een ijskelder verandert.  Dat hadden we ook met de hotels: kamers om te bevriezen... Dus: onmiddellijk airco afzetten, en maar hopen dat de flinterdunne dekentjes je 's nachts warm houden.

De super- en hypermarkten zijn een ander fenomeen: reusachtige keuze van allemaal dingen die veelal van additieven voorzien zijn om je gezond te houden ( een collectie vitaminen...) of om het product er aantrekkelijker te laten uitzien (kleurstoffen of water in het vlees) of om een zoete smaak (corn syrup) toe te voegen. Dus haalde Donald al zijn chemische know-how boven om te zorgen dat we niet vergiftigd werden, of zoiets... En bij het betalen aan de kassa hielp de bediende ons om alles in plastieken zakken te stoppen, en ik bedoel daarmee zakKEN. Waar ik alles in 1 herbruikbare tas zou stoppen, hebben zij er wel 6 nodig...

Anderzijds heb ik bijzonder veel waardering voor de voorzieningen waarmee ze de toerist - en zichzelf, uiteraard - behulpzaam zijn. De wegen zijn bijzonder goed geconstrueerd. Overal staan er visitor centers, vaak bemand door vrijwilligers, die advies en documentatie geven. En overal vind je gratis 'restrooms' ( lees: toiletten). Als ik bedenk hoeveel geld ik in Belgie aan wc-madammen betaald had op een vergelijkbare reis met drie personen... Ik had er wellicht een vliegtuigticket van kunnen betalen!

zondag 12 augustus 2012

Yellowstone in een notendop


Onze laatste dag in het National Park zelf hebben we in stijl doorgebracht. Zoals een fijnproever hebben we nog eens van alle schotels geproefd.


Het begon met een lange rit door het afgebrande deel. In 1988 is 1/3 van Yellowstone afgebrand. Vergelijk dat maar alsof alles tussen Leuven en Antwepen in de fik ging. Op dit ogenblik is het herstel al volop bezig, maar in de hoger gelegen delen komt het herstel pijnlijk traag op gang. 
 We zijn vandaag ook verschillende keren getrakteerd geweest op een bison jam (een file die ontstaat op het ogenblik dat een bizon zich vertoont). Dat gaat zo: chauffeur A spot een stier of zo, passagier B roept: foto!!!, A vertraagt en stopt. De volgende auto merkt het en denkt: een beer!!! Ik moet stoppen om een foto te nemen! En binnen de kortste keren ontstaat er een hele rij bewonderaars en fotografen van die bizon - of een ander wild beest- , die zich dan met koeienogen  loopt af te vragen wat die onnozelaars van plan zijn en of hij al direct moet aanvallen of niet... En dat hebben we vandaag dus ettelijke keren meegemaakt, zodanig dat we het zelfs niet meer nodig vonden om te kijken...

Behalve die ene keer.
Eva wou nog naar de Mud Volcano gaan kijken - ons laatste bezoekje aan de vulkanische fenomenen, als afronding. En wie lag zich daar  te warmen naast  een kokende poel? Jawel, een bizon - tja, die moest wel op de foto!

Even later reden we door de prachtige Hayden Valley, en ook daar spotten we kudden bizons in hun dagelijkse doen: al etend, al zwemmend, al flanerend, en zelfs al vechtend (2 stieren die het op dezelfde koe voorzien hebben) . Het was eigenlijk zo fascinerend dat we een hele tijd de voyeur uitgehangen hebben. 

En toen we toch in de buurt waren, MOESTEN we nog eens naar die adembenemende canyon gaan kijken...

Na een picknick bij Lake Yellowstone vonden we dat we toch eigenlijk nog een fatsoenlijke wandeling moesten doen, 
en zie: daar was net een uitgestippeld pad in de buurt: Elephant Back Trail, in een soort oerbos.  Middelmatige moeilijkheidsgraad, een goeie 5 km - anderhalf uur stappen:  wie draait daar nu zijn hand voor om? Wij zeker niet.  Bleek na verloop van tijd dat het toch wel serieus klimmen was, langs een soort smalle haarspeldpaadjes met gladde kiezeltjes langs een  vrij diepe helling, zo van het type waar ik wel op durf, maar om de dooie dood niet meer af...  

Gelukkig was de terugweg iets breder, en met het verstand op nul en de blik op oneindig en met mijn wandelstok als steun, ben ik veilig onder geraakt. Pas achteraf stelden we vat dat we 240 meter geklommen hadden - en dan weer afgedaald.

We waren toen zo fier op ons uithoudingsvermogen dat we onszelf als afsluiting van de dag beloond hebben met een diner in de chique Lake Village Lodge van de jaren '30, in een eetzaal met zicht op het meer. En daarmee is onze doortocht door Yellowstone met glorie afgerond.

zaterdag 11 augustus 2012

Raften op de Snake River

Omdat wij eens even flink wilden zijn als de stoere jongens en meisjes die hier allerlei water- en bergsporten uitvoeren, hebben we ons laten verleiden tot een raft floating trip. Dat houdt in dat je in een raft 10 mijl op de vrij energieke Snake River stroomafwaarts glijdt, met behulp van een ervaren gids, die je door de stroomversnellingen stuurt en ondertussen veel uitleg geeft en wild opspoort.
 
 We kregen de Tetons eens vanop het water te zien en konden vanaf de rivier bewonderen hoe de bevers bomen afknagen, dammen opbouwen en de bomen gewoon de rivier laten afdrijven. Over heel  de Snake River liggen dode bomen te vergaan als voedsel voor andere levende wezens. Op onze tocht hebben de beren zich alweer niet laten zien, maar we zijn wel een eland, een hert en een aantal adelaars tegengekomen. 


In Wyoming leven maar een half miljoen mensen. Veel kolonisten uit de vorige eeuw zijn werkloos uit deze onherbergzame streek weer vertrokken, maar hebben hier en daar een huis of schuur achtergelaten, die nu pittoresk op de volgende fotograaf staat te wachten. Het onderstaande exemplaar is een deel van een verlaten Mormonen-nederzetting.

Daarmee is onze Grand Tetons-episode ten einde gekomen. Op onze weg terug naar het zuidoostelijk deel van Yellowstone ligt het West Thumb Geyser Basin, met meer zwavelgeuren, rookwolken, kokend water en stroompjes in alle kleuren. Vooral het glasheldere turkoois water met goudgele randen blijft ons bekoren.

We reden ook aan een relatief vredig grazende kudde bizons voorbij (waar een aantal toeristenidioten véééél te dicht bijkwamen. Vanuit onze verrekijker zagen we een stier zeer ongerust kijken.
 En... vandaag hebben we ook onze allereerste slang gezien. Moet het verbazen dat Donald (vergeefse) pogingen gedaan heeft om het beest aan te trekken?

vrijdag 10 augustus 2012

Grand Tetons en Jackson Hole



In het visitor center krijgt de luie en onvoorbereide toerist een hele lijst met de 'best of's toegestopt: best views, best scenic drives, best short hikes... Van die laatste categorie hebben wij er een punt van gemaakt om ze allemaal afgestapt te hebben. Vandaag kwam de 5 km hike rond Heron Pond en Swan Lake aan de beurt. Dat is een 'redelijk' vlakke wandeling rond 2 meertjes, met mooie uitzichten en waarrond ook heel wat wildlife blijkt te floreren. Doordat ik zoveel beerwaarschuwingen gekregen heb, krijg ik de neiging om zo'n beest te vermoeden in elke dode boomstronk die ik van ver zie liggen....
Er zijn in ons avontuur wel 2 nieuwe ontwikkelingen bijgekomen. 
1. Op aanraden van Eva heb ik me een wandelstok aangeschaft. Zij had vastgesteld dat ik een derde poot nodig had. De paadjes zijn hier niet echt mooi effen; en met mijn hoogtevrees loop ik bij het dalen eerder wankel, waardoor ik op de kiezel- en andere stenen wel eens uitglijd. En ik heb voortdurend het gevoel dat ik mijn fototoestel, dat bij een wandeling rond mijn nek hangt, moet beschermen. Als ik dan val, dan mag het zeker niet beschadigd worden.  Dus loop ik nu zoals een doorwinterde trekker op 3 poten rond - eerlijk gezegd: dat is serieus veel stabieler!
 2. Foto's nemen, dat deed een normale mens vroeger met een al dan niet gesofisticeerd fotoapparaat. Nu krijg je daarop een reeks variaties. De echte liefhebber, die sleurt nog altijd een goeie kilo toestel rond zijn nek, en is soms ook nog voorzien van een statief en een paar extra lenzen. Hij neemt ruim de tijd om de juiste lichtinval en compositie te vinden. 
Velen lopen echter rond met een soort smartphone, steken die op een bepaalde plaats in de lucht, kijken oppervlakkig op een schermpje en duwen dan op een virtueel knopje op hun touchscreen- hop, foto klaar.
Maar de laatste evolutie is nog mooier: de Ipad gaat de lucht in, en de foto wordt genomen. Zelfs onze Eva is mee met de tijd - weliswaar enkel om een paar mooie screensavers voor haar Ipad te creëren, maar toch: helemaal fotografisch correct is het toch niet :-(
Onze standplaats voor de Grand Tetons was Jackson Hole. En laat dat nu eens een bijzonder rijke stad zijn, met een zeer chique collectie inwoners - National Park-toeristen in de zomer en een skipubliek in de winter; en laat daar nu 2 dames op los, die de t-shirts en de prullaria flink zat zijn, en je hebt vuurwerk. Eva vond dat zij dringend aan een shopping spree toe was, en ik wou wel eens wat mooiere dingen gewoon 'zien' :-).   
De winkels waren inderdaad indrukwekkend en smaakvol ingericht, met een exclusieve inhoud, maar overwegend vèèèèèèèèèèèèèèèèèr boven onze portemonnee.  Donald, die geduldige jongen, wou ons per se begeleiden, maar beperkte zijn rol tot voor de winkel staan wachten tot wij keer op keer vastgesteld hadden dat het niets zou worden.  Tot we dan toch een zaak met indianenhandwerk hadden gevonden, die betaalbare spullen had - maar gezien kiezen niet onze beste eigenschap is, duurde het een eeuwigheid voor we beslist hadden. Moraal van het verhaal: wat kan winkelen met 2 dames een vermoeiende bezigheid zijn...


donderdag 9 augustus 2012

Grand Tetons National Park



Vroeger zongen we: waar men gaat langs Vlaamse wegen, komt men U, Maria tegen. In de States kun je er donder op zeggen dat je overal wel een kerk( je) vindt. Zo zijn wij deze dag begonnen in de Church of the Transfiguration, een stijlvol klein gebouwtje, toegankelijk voor de toerist op zoek naar een stil moment ( of naar een photo-opportunity) ...

 
Op onze scenic drive door de Grand Tetons (een park met hoge bergen) hebben we ons tot een paar wandelingen laten verleiden. Zeg nu zelf, een bergstreek moet je niet vanuit het dal bekijken: je moet erin opgenomen worden. Dus kozen wij voor een middelmatig moeilijke tocht van een paar uur om te beginnen.

Dat bleek een goeie beslissing: het landschap zag eruit als een reclameplaatje voor Milka-chocolade - een omgeving waarin je kunt blijven ronddwalen, met bergzichten en weiden en meertjes.


Eva heeft er zelfs een fotosessie voor Kleine Zeemeermin uitgezeten!


Na de redelijk zware inspanning kwam dan een uurtje scenic drive, o.a. naar de Signal Mountain Summit met een uitzicht over het dal. Gek dat dit dal er zoveel aantrekkelijker uiziet als je er van op een hoogte naar kijkt dan wanneer je erdoor rijdt.


Onze 'werk'dag sloten we af met een klim naar Hidden Falls, een verborgen waterval die met veel geweld naar beneden spatte, druppel voor druppel...
Eva en Donald vonden een klimmetje van een 100 meter lang niet voldoende, en deden daar nog losweg 150 meter bovenop, langs een aartsmoeilijk pad met diepe afgronden.  Toen Donald beneden kwam, voelde hij zich alsof hij de gouden medaille voor het klimmen behaald had. Zelf was ik eervol derde, en ik was daar best tevreden mee.


Overigens  lijkt het hier alsof er om elke bocht een beer loert: overal vind je waarschuwingen om toch maar geen voedselgeuren te verspreiden.


Dat Donald dan (alweer) 3 bananen op zijn rug meesleurde, was pure uitdaging van het lot - maar aangezien u deze blog nu kunt lezen, zijn we heelhuids aan het gevaar ontsnapt...